Er is geen sprake van onder de deelnemingsvrijstelling vallende (niet-aftrekbare)
kosten als de uitgaven niet nodig of nuttig zijn voor de verkoop van de deelneming.
De betaling van de bonussen was bovendien pas mogelijk ná de verkoop.
Een bv verkoopt haar aandelen in drie dochtervennootschappen aan een derde. Zij geeft
het voltallige personeel van de voormalige dochters afscheidsbonussen in verband met
de verkoop. De inspecteur stelt dat de betaalde afscheidsbonussen ten onrechte van
de winst zijn afgetrokken.
Geen aftrekbare kosten Rechtbank Gelderland volgde het standpunt van de inspecteur dat sprake was van niet-aftrekbare
kosten bij de verkoop van een deelneming (zie NTFR 2022/2853).
Afscheidsbonussen wel degelijk aftrekbaar De Hoge Raad acht de bonussen aftrekbaar omdat deze alleen binnen de deelnemingsvrijstelling
vallen, en dus niet aftrekbaar zijn, als er een rechtstreeks verband bestaat met de
verkoop van de dochtervennootschappen. In dit geval is het betalen van de afscheidsbonussen
niet noodzakelijk of nuttig voor de verkoop van de dochters, er ontbreekt een oorzakelijk
verband. De betaling is een gevolg van de verkoop van de dochters omdat de afscheidsbonussen
konden worden betaald uit de verkoopopbrengst. De Hoge Raad doet zelf de zaak af en
laat een bedrag van € 1.371.534 aan aftrekbonussen in aftrek toe.
Bron: Hoge Raad 22-12-2023.
Bron: https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-768353