Inkorting van beschikking 30%-regeling door wetswijziging

Maakt de fiscus een voorbehoud voor wetswijzigingen bij het afgeven van een beschikking
voor de toepassing van de 30%-regeling? Dan kan een wetswijziging leiden tot een verkorting
van de looptijd van die beschikking.

Een werknemer met een niet-Nederlandse nationaliteit is vanwege zijn tewerkstelling
in Nederland sinds januari 2016 met zijn gezin woonachtig in Nederland. Op 26 april
2017 treedt de werknemer in dienst bij een andere werkgever. De Belastingdienst geeft
aan de nieuwe werkgever op 31 juli 2017 een beschikking af. Hierin staat de inspecteur
toe dat de werkgever met betrekking tot die de werknemer van 1 april 2017 tot en met
31 januari 2024 de 30%-regeling toepast. Daarbij heeft de inspecteur rekening gehouden
met de eerdere tewerkstelling van de werknemer in Nederland. Maar door een wetswijziging
wordt op 1 januari 2019 de looptijd van de 30%-regeling verkort van acht naar vijf
jaar. De werkgever mag daardoor bij de afdrachten van loonheffing over de tijdvakken
februari 2021 tot en met juni 2022 de 30%-regeling niet toepassen.

Beschikking onder voorbehoud afgegeven De werkgever is het daarmee niet eens en gaat in beroep. Zij stelt dat de oorspronkelijke
beschikking nog steeds rechtsgeldig is en zonder de inkorting van de looptijd is toe
te passen. Maar rechtbank Noord-Holland oordeelt dat er voor de inspecteur geen wettelijke
bevoegdheid bestaat om de 30%-beschikkingen in te trekken of te wijzigen. De beschikking
is bovendien afgegeven onder voorbehoud van wijzigingen in wet- en regelgeving. De
rechtbank vindt evenmin dat de inspecteur de algemene beginselen van behoorlijk bestuur
heeft geschonden. Daarom verklaart de rechtbank het beroep van de werkgever ongegrond.

Bron: Rb. Noord-Holland 05-04-2024 (gepubl. 15-07-2024).

Bron: https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-847872