Voor blootstelling aan reprotoxische stoffen gaan strengere regels gelden. De EU-richtlijn
over stoffen die kanker of schade aan het DNA kunnen veroorzaken gaat ook voor reprotoxische
stoffen gelden.
Als werknemers tijdens het werk worden blootgesteld aan zogenaamde reprotoxische stoffen
kan dat schadelijke effecten hebben op de voortplanting, het ongeboren kind en/of
borstvoeding. De Europese Unie heeft daarom de richtlijn over chemische stoffen aangepast,
zodat de strengere regels die al gelden voor stoffen die kanker of schade aan het
DNA kunnen veroorzaken, ook gelden voor deze reprotoxische stoffen. Werkgevers moeten
meer voorzorgsmaatregelen nemen om hun medewerkers te beschermen tegen de risico’s
van deze stoffen. Daarnaast worden EU-grenswaarden vastgesteld voor de stoffen benzeen,
nikkelverbindingen en acrylonitril. Nederland is verplicht de richtlijn uit te werken
in de nationale regelgeving. Daartoe zijn aanpassingen van het Arbeidsomstandighedenbesluit
en de Arbeidsomstandighedenregeling opgesteld.
Op twee punten gaan de aanpassingen verder dan de Europese richtlijn. Ten eerste wordt
een bewaartermijn van de registratie van blootstelling door bedrijven aangehouden
van de veertig jaar. Dit geldt al voor kankerverwekkende stoffen, maar is langer dan
de vijf jaar die de EU-richtlijn aangeeft. Daarmee is het beter mogelijk de gevolgen
van blootstelling vast te stellen. Ten tweede gelden voor het werken met reprotoxische
stoffen waarvan niet duidelijk is of er een veilig blootstellingsniveau bestaat, dezelfde
regels als voor stoffen waarvan het duidelijk is dat er geen veilige maximale waarde
is. Werkgevers moeten in dat geval de blootstelling altijd zo laag houden als technisch
mogelijk is.
Er kan tot 29 december 2023 op deze internetconsultatie worden gereageerd.
Bron: Min. SZW 02-12-2023.
Bron: https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-749568