Het kabinet scherpt de zogenoemde Bedrijfseffectentoets aan. In nieuwe wetten en regels
rekening houden met het MKB is daardoor niet meer de uitzondering, maar de norm. Zo
gaat voor rapportageverplichtingen voor bedrijven het ‘nee, tenzij’-principe gelden.
Wijzigingen Bedrijfseffectentoets De belangrijkste wijzigingen in de Bedrijfseffectentoets zijn:
Bij rapportageverplichtingen gaat het ‘nee, tenzij’-principe gelden.
Als er verplichtingen in wet- of regelgeving worden opgenomen, wordt het uitgangspunt
dat ondernemers deze binnen de eigen MKB-onderneming moeten kunnen uitvoeren, ook
in kleine ondernemingen.Er moet expliciet worden afgewogen of er een uitzondering of lichtere uitwerking moet
gelden voor relatief kleine bedrijven met weinig personeel.De zoveel mogelijk ingevulde Bedrijfseffectentoets moet voorafgaand aan de advisering
naar het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) worden gestuurd. Begin maart heeft
de Tweede Kamer ingestemd met de permanente status en met meer bevoegdheden voor het
ATR, waaronder de verplichting om het ATR structureel en vroegtijdig bij de voorbereiding
van nieuwe regelgevingsvoorstellen te betrekken.Met de vernieuwde Bedrijfseffectentoets wordt bij de nationale uitwerking van Europese
regelgeving een lastenluwe implementatie de standaard en hiervan afwijken vraagt een
duidelijke onderbouwing.
Nieuwe MKB-indicatorbedrijven Gelijktijdig met de vernieuwing van de Bedrijfseffectentoets zijn ook de resultaten
van de nieuwe MKB-indicatorbedrijvenonderzoeken gepubliceerd. Een MKB-indicatorbedrijf
is een fictief bedrijf in een bepaalde sector waar zoveel mogelijk wet- en regelgeving
voor geldt. Door deze wet- en regelgeving te analyseren wordt in kaart gebracht hoeveel
tijd en geld ondernemers hieraan kwijt zijn. De belangrijkste conclusies uit de nieuwe
onderzoeken:
Op de indicatorbedrijven zijn 64 tot 80 wettelijke verplichtingen van toepassing,
het merendeel hiervan is structureel.De regeldrukkosten per jaar voor de MKB-indicatorbedrijven zijn circa € 494.000 in
de chemische maakindustrie, circa € 54.000 in de automotive-sector en circa € 98.000
in de financiële adviessector.De financiële adviessector kent de hoogste regeldrukkosten. Dit komt met name voort
uit sectorspecifieke regeldrukkosten, deze beslaan 77% van het totaal aan regeldrukkosten.Voor de twee andere sectoren zijn de sectorspecifieke regeldrukkosten ook hoger dan
voor de sectoren uit de eerdere onderzoeken. Voor de chemische maakindustrie gaat
het om 56% van de regeldrukkosten en voor de automotive-sector om 41%.
Bron: Min. EZ, 24-03-2025.
Bron: https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-947721