De nieuwste Milieulijst voor milieuvriendelijke investeringen met belastingvoordeel
is flink aangepast. Bedrijfsmiddelen gaan sneller van de lijst af als deze gangbaar
worden. Of als er overlap is met andere vormen van overheidssteun. Bedrijven krijgen
hiervoor dan geen belastingvoordeel meer. Dit komt door gewijzigde Europese staatssteunregels
en evaluatie van de regelingen Milieu-investeringsaftrek en Willekeurige afschrijving
milieu-investeringen (MIAVamil).
Bedrijven krijgen belastingvoordeel voor investeringen in innovatieve, milieuvriendelijke
bedrijfsmiddelen. De basis hiervoor is de Milieulijst, die Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO) elk jaar aanpast. Op de Milieulijst 2024 staan 243 bedrijfsmiddelen
waarbij bedrijven belastingvoordeel krijgen als ze hierin investeren. Er zijn 108
bedrijfsmiddelen van de lijst verwijderd, 112 inhoudelijk gewijzigd en 6 nieuwe bedrijfsmiddelen
bijgekomen. Het budget voor de MIAVamil is in 2024 € 217 miljoen.
Een aantal opvallende wijzigingen op een rij:
Strengere eisen voor vervoersmiddelen en werktuigen
Ondernemers krijgen geen belastingvoordeel meer voor investeringen in:
vervoersmiddelen met een fossiele brandstofmotor, zoals hybride en ‘dual-fuel’-varianten;
waterstof aangedreven werktuigen. Er is volgens nieuwe staatsteuneisen een verbod
op mogelijk gebruik van grijze waterstof. Dit is niet goed te controleren. Deze werktuigen
staan daarom niet meer op de Milieulijst.elektrische taxi’s. De meerprijs van deze taxi’s ten opzichte van niet-elektrische
taxi’s is te klein om nog te blijven stimuleren met belastingvoordeel.
Strenger zijn de eisen voor investeringen in:
elektrisch aangedreven bakfietsen: ondernemers krijgen geen belastingvoordeel meer
voor bakfietsen die zij ook privé gebruiken.laadpunten: alleen voor laadpunten voor zwaar vervoer krijgen ondernemers nog belastingvoordeel,
niet meer voor licht vervoer, zoals bestelauto’s.
Duurzame landbouw
Voor stallen en kassen is het maximale investeringsbedrag voor belastingvoordeel verhoogd.
Dit geeft meer ruimte om agrarische ondernemers financieel te ondersteunen.Emissiearme vloeren bij melkveestallen hebben geen belastingvoordeel meer. Uit recent
onderzoek blijkt dat deze vloeren in de praktijk geen uitstootvermindering opleveren,
vergeleken met traditionele roostervloeren. Investeringen in emissiearme stalsystemen
in varkens- en pluimveestallen krijgen nog wel belastingvoordeel.Nieuw op de lijst: mechanische bestrijdingsapparatuur voor plagen in land- en tuinbouwgewassen
en apparatuur voor het verminderen van ammoniak- en methaanemissies tijdens het uitrijden
van dierlijke mest.
Grondstoffen besparen
Om belastingvoordeel te krijgen, is het gebruik van biomassa als grondstof in 2024
niet langer mogelijk. Ondernemers krijgen alleen nog belastingvoordeel bij productieapparatuur
als de biomassa een afvalstof of bijproduct is.Nieuw op de lijst is een tapsysteem voor water en frisdranken, bedoeld voor het verminderen
van het gebruik van wegwerpverpakkingen zoals flessen en pakken.
Stikstof verminderen
Door Europese regelgeving krijgen een aantal bedrijfsmiddelen minder belastingvoordeel.
Ook is er geen belastingvoordeel meer voor bepaalde types stikstof verminderende verwarmingsketels,
omdat deze werken op fossiele brandstoffen.Nieuw op de lijst zijn stikstof verminderende installaties voor een crematieoven.
Om de stikstofuitstoot van de industrie verder te verlagen is het bedrijfsmiddel ‘NOx-emissie
reducerende techniek’ verruimd (50% in plaats van 70% minder uitstoot dan wettelijk
vereist). Het maximale bedrag voor belastingvoordeel is verhoogd naar € 5 miljoen.
Strengere eisen voor duurzame gebouwen
Ondernemers krijgen belastingvoordeel voor duurzame gebouwen met een industriefunctie
van maximaal 30.000 m2 bruto vloeroppervlak.Bij circulaire gebouwen is het vereiste aandeel demontabele bouwproducten verhoogd
naar 50%. Ook is een minimale energie-eis opgenomen om belastingvoordeel te krijgen.Verschillende bedrijfsmiddelen voor gebouwinrichting en bouwmaterialen zijn door gewijzigde
Europese staatssteunregels vervallen.
Bron: RVO 28-12-2023 en Ministerie IenW, Regeling van 19-12-2023.
Bron: https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-768598