KPMG Meijburg & Co heeft met succes geprocedeerd tegen de heffing van 8% belastingrente
voor vennootschapsbelastingplichtige lichamen. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt
dat deze rente slechts 4% mag bedragen.
Voor de te betalen belastingrente over aanslagen vennootschapsbelasting hanteerde
de Belastingdienst van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023 een percentage van
8. Sinds 1 januari geldt zelfs een belastingrente van 10%. De rente voor de vennootschapsbelasting
is zo hoog, doordat het is gekoppeld aan de wettelijke rente voor handelstransacties.
Tot aan de coronacrisis stond het percentage belastingrente in de wet. Daardoor was
het niet te toetsen aan de algemene rechtsbeginselen. Inmiddels is het percentage
opgenomen in een besluit dat wel is te toetsen aan de algemene rechtsbeginselen zoals
het evenredigheidsbeginsel. Belastingadvieskantoor KPMG Meijburg & Co heeft daarvan
gebruik gemaakt door een beroepsprocedure te starten tegen een aanslag waarover de
fiscus 8% belastingrente had geheven.
Nadelen hoog tarief zijn onevenredig groot De rechtbank meent dat de wetgever het tarief van de belastingrente in de vennootschapsbelasting
in redelijkheid niet mag koppelen aan de wettelijke rente voor handelstransacties.
Die rente is namelijk bedoeld voor handelsvorderingen, terwijl een nog niet geformaliseerde
belastingschuld geen handelsvordering is. Bovendien haalt de rechtbank uit de wetsgeschiedenis
dat de belastingrenteregeling is gebaseerd op de verzuimrenteregeling. Die verzuimrenteregeling
betreft echter een betalingsverzuim. De berekening van de belastingrente wordt berekend
bij een aangifteverzuim. De rechtbank ziet daarom geen rechtvaardiging voor het hanteren
van zo’n hoog percentage. De aanzienlijke nadelige gevolgen staan niet in verhouding
tot de (onduidelijke) doelen die zij dienen. Daarom moet men volgens de rechtbank
de belastingrente over aanslagen vennootschapsbelasting berekenen met in achtneming
van het tarief van 4%.
Bron: Rb. Noord-Nederland 07-11-2024 (gepubl. 08-11-2024), KPMG Meijburg & Co 07-11-2024.
Bron: https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-884061